Coming to Kampala
Door: Martin
Blijf op de hoogte en volg Martin
16 Juli 2013 | Oeganda, Kampala
Een dikke week is ons Oeganda avontuur nu onderweg en er zijn al ontzettend veel verhalen te vertellen! Ik zit nu op de veranda van ICU guesthouse, ons thuis ver van huis, en zal er een paar voor jullie opschrijven.
Allereerst wil ik nogmaals iedereen bedanken die een bijdrage aan dit project heeft geleverd. Ik heb inmiddels meer dan 1200 euro opgehaald. Na mijn vertrek hebben mijn collega’s in Maastricht door met 29 man spaghetti te eten het bedrag nog fors omhoog geholpen. Echt te gek dat iedereen zo betrokken is!
Ik wil meteen ook even reclame maken voor http://uganda-juli2013.reismee.nl/ waar de groep regelmatig updates schrijft. Ik laat mijn camera de meeste dagen in mijn tas zitten. We hebben een getalenteerde fotografiestudent in onze groep die de reis prachtig in beeld brengt, dus geniet mee via de website van Nina: http://ninaverbruggen.viewbook.com/album/uganda
Ik had een onrustige laatste werkweek gehad, die begon met een rijexamen voertuigbeheersing voor de motor (gehaald ondanks dat mijn instructeur de sleutel van de rijschool thuis had laten liggen en de motor dus achter slot en grendel stond) en gevuld was met losse eindjes die maar niet vastgeknoopt wilden worden. Met name mijn Marokkaanse proefpersonen die niet op hun afspraken verschenen en de allerlaatste zouden moeten zijn dreven me tot wanhoop. Zo zat ik vrijdagmiddag terwijl ik eigenlijk mijn tas wilde inpakken en een biertje met mijn collega’s wilde drinken nog wetenschap te bedrijven door testjes af te nemen en speekselbuisjes te verzamelen. Het loont wel: na drie jaar promotieonderzoek zijn de gegevens die ik nodig heb nu dan toch echt binnen en dat is een heel heel fijn gevoel. Maar inmiddels ben ik in een heel heel andere wereld beland.
Op donderdag had ik mijn vader al op het vliegtuig gezet, die met de superjumbo van Emirates via Dubai naar Oeganda vloog. Ikzelf vertrok zaterdagochtend en was blij dat ik een lift kon krijgen van Floris (bekend uit de Zuid-Amerika blogs) aangezien er geen treinen naar Schiphol reden. Minder handig was dat er ook file stond (want eerste dag van de vakantie en geen treinen) en dat we iets later wegreden dan gepland omdat ik mijn pinpas zocht en niet meer vond. Waarschijnlijk de vorige dag verloren bij het stroopwafels en uitdeelpotloden kopen bij de HEMA. Gelukkig heb ik ook nog een credit card. Op Schiphol trof ik mijn reisgenoten en raakten we al meteen in Afrikaanse sferen met een steeds verder oplopende vertraging, die uiteindelijk uitkwam op 2 uur (reden: defecte remleiding, heel geruststellend).
De vlucht verliep verder voorspoedig. Zombiefilmpje en romcom op de entertainmentsystem, 2 maaltijden, stopover in Kigali – Rwanda en een bezoekje aan de cockpit geregeld door reisgenoot Rizman, die vroeger piloot wilde worden. Dat was gezien de beperkte werking van zijn rechterarm uiteindelijk geen mogelijkheid, maar als rijinstructeur en taxichauffeur in opleiding en voetbaltrainer bij het cerebrale parese (CP) talententeam van de KNVB timmert hij goed aan de weg. Hij hoopt het Oegandese team ooit naar een top 5 klassering op de paralympics te helpen. Stap 1 is om te zorgen dat er uberhaupt een team komt. Wie weet dat we het bij de Oegandese bond op de agenda kunnen krijgen. Het zijn leuke dingen om met elkaar over na te denken, terwijl Sicilië, Libië en Congo onder ons door schuiven.
Ongeveer 16 uur nadat in de deur in Amsterdam achter me had dichtgetrokken zette ik voet op Oegandese bodem. Wat een heerlijk gevoel om weer op reis te zijn! De zwoele lucht waar je instapt na een halve dag in de airconditioning. De eerste stempel in mijn lege paspoort. De nachtelijke busreis naar het hostel, waarbij de geuren van street food en de geluiden van het zaterdagse uitgaanspubliek door het raampje binnen komen, zonder dat je in het duister kan ontwaren waar het precies vandaan komt. De hobbels die je door elkaar schudden bij het verlaten van de verharde weg. Het is een kick!
Onze aankomst hebben we gevierd met een Nile special, gebrouwen bij de bron van de Nijl hier zo’n 60 km vandaan en volgens de fles “a true reward from the source”. Het smaakte inderdaad als een beloning. Pa was ook heelhuids gearriveerd en dronk er eentje mee op het dakterras. Hij had alweer allerlei spannende verhalen te vertellen, bijvoorbeeld over de doodsangsten die hij had uitgestaan tijdens zijn eerste rit op een boda-boda, een lokale motortaxi. Hij heeft er over geschreven op http://oegandaenik.blogspot.com/. Wat tof dat hij hier is! We delen een kamer en liggen ’s nachts samen onder de klamboe, maar voor de rest trekt hij zijn eigen plan. Pas als de groep weg is gaan hij en ik samen de omgeving verkennen. Voorlopig is er voor mij en mijn reisgenoten werk aan de winkel en zijn er barrières te doorbreken!
Na een dagje rustig acclimatiseren zijn we maandag Kampala gaan verkennen. De stad ligt op een veelvoud aan heuvels. De onze, Rubaga, is te herkennen aan de katholieke kathedraal op de top. Onder begeleiding van Sarah gingen we de binnenstad in. Zij is Oegandese en samen met haar man Sander eigenaar van de guesthouse, na jarenlang in Nederland hebben ze zich nu samen in Kampala gevestigd en bieden ze ons een erg fijne uitvalsbasis en heel veel kennis over de gang van zaken hier. Heel fijn als je je zo welkom voelt!
Kampala is druk. Heel erg druk. Ik ben wel wat gewend, maar het verkeer hier is echt waanzinnig. Ze rijden officieel links, maar tijdens de ochtend- avond- en middagspits staat bijna het hele centrum geparkeerd. Matatus (Japanse minibusjes), vrachtwagens en personenwagens kruipen vooruit terwijl de boda-boda’s er aan alle kanten tussendoor vliegen. Lichte motoren van Indiase makelij, met 2, 3 of 4 mensen achterop, meestal zonder helm. Ook gezien: boda-boda’s met trossen matoke (groene bananen om puree van te maken), 14 levende kippen bijeengebonden aan depootjes, of een flatscreentelevisie achterop. Levensgevaarlijk, maar vaak de enige manier om binnen een redelijke tijd de stad te doorkruisen. Een van de beste manieren om een gevoel voor een stad te krijgen blijft een bezoek aan de lokale markt. Hier in Kampala is dat Owino, een chaotische bende waar schreeuwende marktkooplui zich deels laten vervangen door hysterische commercials die keihard herhaald worden afgespeeld en die samen met het verkeer de kakafonie compleet maken. Jezelf banened door de smalle gangetjes van het overdekte gedeelte waar dames de kleren verkopen die we thuis in de textielcontainer gooien hoor je er regelmatig “Mzungu” doorheen, wat letterlijk blanke betekent. Dat is niet verkeerd bedoeld en op zich vergelijkbaar met wat ik uit Brazilie gewend was, daar spreken mensen elkaar liefkozend aan met louro, “blonde”, of pretinha “zwartje”. Maar feit blijft dat je hier enorm opvalt, als Europeaan. Ik heb een gezicht dat in vrijwel alle werelddelen waar ik tot nu toe geweest ben redelijk op gaat in de menigte. Maar hier zie je in het straatbeeld zelden een toerist en ben je je er toch behoorlijk van bewust dat je de enige blanke in de wijde omtrek bent. Onwennig in het begin. Ook wel goed om eens mee te maken, want hoe ‘opvallen’ als minderheid voelt is juist waar ik onderzoek naar doe.
In de middag bezochten we de door Khaddaffi betaalde nationale moskee die de top van een andere heuvel siert. Er kunnen 30.000 gelovigen terecht en dat maakt het een van de grootste van Afrika. De dames kregen kleurige sluiers om en verschenen goed ingepakt aan de poort. Ex-moslim-nu-hindoe Rizman had uit respect het kruisje wat hij droeg afgedaan en we betraden de gebedsruimte. Christenen en moslims kunnen in dit land bijzonder goed door een deur begrijpen we van Ashraf, de geestelijke die ons ontving. Dat hij ook op een bijzonder pragmatische manier reageerde op onze vraag over de positie van homo’s in Oeganda stemde me hoopvol. Het is volgens hem dan wel zondig, maar hij predikt een “don’t ask, don’t tell beleid” en veroordeelt de heksenjacht op homoseksuelen die hier, aangewakkerd door de plaatselijke pers, plaatsvindt. Bij de moskee staat een hoge minaret vanwaar mensen in de wijde omtrek opgeroepen kunnen worden voor het gebed en die een prachtig uitzicht biedt over de stad. Hij is met een 300 treden lange wenteltrap en zonder lift echter niet rolstoeltoegankelijk. Nu loopt Uganda-veteraan (hij was 2x eerder hier) en bijna afgestudeerd journalist Alexander op zijn spastische benen wel dagelijks de trap in het hostel op, maar die is lang zo lang niet. Met de gedachte van ‘we zien wel waar het schip strandt’ zijn we met zijn allen naar boven getogen. En wat een kick is het dat je dan ineens na de laatste omwenteling daglicht ziet. Op 80 meter hoogte met Alexander de grote, dat is breaking boundaries. En dat sportinstructeur Patrick hem op zijn rug neemt en de vermoeide benen de laatste treden naar beneden sjouwt, dus dat je op elkaar terug kan vallen als de barrière net even te hoog, lang of diep blijkt om zelf te slechten, ook dat is breaking boundaries. Het zit wel snor in deze groep.
Ik ga nu weer even met hen een biertje drinken en een spelletje spelen. Ontspanning na een dag aan de slag geweest te zijn met gehandicapte kinderen is niet onbelangrijk. Binnenkort meer over mijn eerste ervaringen bij de projecten!
Groet,
Martin
-
17 Juli 2013 - 16:35
Quirien:
Hoi Martin,
fijn om te lezen hoe het met je gaat en hoe het daar is. De verhalen van je reisgenoten vind ik indrukwekkend. Veel succes en plezier nog daar gewenst!
Liefs, Quirien.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley