Handen uit de Mouwen in Kawempe
Door: Martin
Blijf op de hoogte en volg Martin
24 Juli 2013 | Oeganda, Kampala
Wederom een update vanaf het dakterras. Zojuist teruggekeerd van een kleine safari tussen het projectwerk door.
Dat projectwerk begon twee weken terug bij het Kawempe Youth Centre (KYC), een activiteitencentrum voor jongeren in de sloppenwijk. Door een last-minute wijziging in het programma gingen we eerst daar aan de slag en niet direct naar onze oorspronkelijke hoofdbestemming, the Kampala School for the Physically Handicapped (KSPH). Ons vijfdaagse verblijf in Kawempe begon met een rondleiding door Tim, die ons de goed gevulde bibliotheek en studieruimte liet zien en de nogal kale computerruimte. Door het instabiele electricteitsnet waren de de voedingen van de meeste machines helaas doorgebrand. Verder viel op dat er veel minder jongeren binnen de muren waren dan we hadden verwacht. Het waren gewoon schooldagen, dus waren er geen inloopactiviteiten. Best logisch eigenlijk, maar toch een beetje een teleurstelling. Toen we de wijk ingingen volgde eigenlijk meteen grootste breaking-boundaries-succes in die week. In ieder geval in mijn persoonlijke ervaring. Ik had nooit de behoefte gehad om in Brazilie of elders een sloppentour te doen. Het leek mij toch altijd te veel een kwestie van ‘aapjes kijken’. Maar nu lagen de zaken anders.
Een dag eerder had ik met Nina, Berk en Alexander een avondwandelingetje gemaakt. We hadden muziek gehoord en wilden graag weten waar die vandaan kwam. Ik duwde voor het eerst langer dan een paar meter een rolstoel en het was bergop over een typisch Afrikaanse weg. Stoffig, van rood zand, en vol kuilen en rotsen. Ik was heel geconcentreerd bezig om Alexander niet om te kiepen of per ongeluk naar beneden te laten rollen. Het tafereel trok ook behoorlijk veel bekijks van de plaatselijke jeugd. Wij, met name die muzungu in die rolstoel, werden flink aangestaard. Een impulsief blokje om, zoals ik ze regelmatig maak, werd zo ineens een happening. De muziek was inmiddels afgelopen dus togen we door naar de kathedraal op de heuveltop. Maar toen de weg iets beter en vooral vlakker werd stonden er elke zoveel meter bakstenen muurtjes die de doorgang versmalden. Waarschijnlijk om die dekselse boda-boda chauffeurs te weren, maar ook in een rolstoel wordt kerkbezoek zo moeilijk. Dat werd tillen geblazen. Eindelijk boven aan de heuvel gekomen waren we blij verrast dat er naast de trappen ook een helling was aangelegd. Opgewekt rolden we naar boven, om aan het einde van de helling een flinke goot te vinden en heel hard te lachen. Nog eens tillen dan maar. En terwijl we daar triomfantelijk op de top stonden dacht ik na over hoe veel barrières, fysiek en sociaal, ik tijdens dit kleine wandelingetje voor het eerst had opgemerkt. Het was voor mij een eye opener. Een waar ik niet al te lang bij stil kon staan, want de duisternis valt snel in, zo rond de evenaar. En hoewel er misschien minder gestaard wordt, in het aardedonker, voelen die 300 meter dan toch weer even een stukje langer en halsbrekender.
Toen de volgende ochtend werd gezegd dat we de groep voor onze wandeling in Kawempe zouden splitsen, in een rolstoelvriendelijke variant door het rijkere deel van de wijk en een tocht door de ‘echte slum’ besloot ik in mijn rol als groepsleider eens te checken wie er eigenlijk geinteresseerd was in de rolstoelvriendelijke variant. Eigenlijk niemand. Dus met onze ‘we zien wel waar het schip strand’ mentaliteit, gingen we de nauwe steegjes en modderpaadjes van Kawempe in. Met enige regelmaat moesten we een open riool over. We zagen dat schoon drinkwater en als gevolg daarvan diarree en kindersterfte hier nog een actueel probleem zijn. Schrijnend. Dan komt daar de relatief hoge HIV besmettingsgraad in de wijk nog bovenop. Droevige zaken om je te beseffen, met tegelijk telkens breed glimlachende en wuivende kindertjes om je heen. Maar het breaking-boundaries-succes lag niet in wat wij zagen, maar in dat wij gezien werden. Tien muzungus, waarvan de helft ook los van hun kleur een gek lijf heeft. Die lieten zien dat een rolstoel, met veel doorzettingsvermogen en extra handjes ook door de paadjes van Kawempe past. Die lieten zien dat blanken ook een lichamelijke beperking kunnen hebben (want sommige bewoners denken dat onze wonderdokters álles kunnen oplossen). En die lieten zien dat je mensen met een beperking ook als medemensen kan behandelen en niet als paria’s wiens familie een schandelijke straf van god heeft gekregen. Want in Kawempe ontmoeten we ook Maddy. En als je maar één verhaal leest op de groepsblog. Lees dan het zijne: http://uganda-juli2013.reismee.nl/reisverhaal/242931/maddy/ En natuurlijk waren er ook veel mensen die gewoon een stel pottenkijkers zagen, maar ik wil graag geloven dat er mensen zijn de we met onze wandeling aan het denken hebben gezet.
Verder hebben we bij KYC toch vooral een programma wat er meer op gericht leek om ons bezig te houden gevolgd, dan dat we aan de empowerment van (gehandicapte) jongeren konden werken. Want, die waren er niet. We hebben de 12 vlaggen van de landen waar ze vrijwilligers van hadden gehad op de muur geschilderd en dat maakt de binnenplaats zeker een stukje vrolijker. We hebben kralen leren maken van papier en een traditionele dans geleerd om elkaar het hof te kunnen maken. Mijn dansmoves hebben kennelijk indruk gemaakt, want de dame met wie ik tijdens onze eerste oefensessie ‘getrouwd’ ben heeft vervolgens een zakdoek met mijn naam en een hartje voor me geborduurd. Sarah zegt dat dat betekent dat ze écht verliefd op me is en zij is Oegandese, dus zij kan het weten. Ook hebben we een tweetal basisscholen bezocht. Op de eerste probeerde ik een legpuzzel te maken met een groep 10-15 jarigen, waarvan de velen geen flauw idee hadden hoe twee stukjes in elkaar moesten passen (tactiek: extra hard duwen). Bij de tweede lag het niveau een stuk hoger en deed ik met de kids ‘sing me a story’. Ze schrijven dan een verhaaltje, wat ze opsturen naar een of andere organisatie in Amerika, die er dan misschien een liedje van maken. Leuk idee, maar wie heeft er nu het geduld om maanden op een liedje te wachten als je net een lekker macaber verhaal over een inbreker die wordt achternagezeten door een hond en vervolgens dood wordt gereden hebt bedacht. Ik ben maar meteen begonnen met zingen dus. Je kan ook niet elke dag de wereld veranderen. Maar met het gezegde ‘een dag niet gelachen is een dag niet geleefd’ als maatstaf, dan zat het die dag (en eigenlijk elke dag hier) sowieso wel snor.
En na een weekje vol stof, zweet, smog en herrie, was het heerlijk om de stad even te verruilen voor de natuur waar Oeganda zo om geroemd wordt. Waar de Nijl aan lake Victoria ontspringt stapten ik en Ruth samen op een raft en peddelden rustig de rivier af. Lekker stil, groen aan de oevers en regelmatig een lekker stukje zwemmen, want op dat stuk zitten nog geen krokodillen, nijlpaarden of vervelende parasieten. Maar om de kick van het wildwatervaren is het natuurlijk te doen. En wat dat betreft kwam ik met acht wit schuimende stroomversnellingen prima aan mijn trekken. Peddelen om de juiste lijn te vinden, goed vasthouden en gaan met die banaan. Een keer ben ik het vlot uitgeslingerd en een andere keer sloegen we zelfs met zijn allen helemaal om. Dan weet je tijdelijk niet meer wat onder en boven is, maar het water is diep en met je zwemvest kom je binnen een paar seconden toch weer aan het oppervlak tevoorschijn. En terwijl wij na dit avontuur aan de wal een biertje opentrokken en terugreden naar Jinja, zette het water waar we uitkwamen zijn reis door Afrika voort. Het is nu een week geleden dus ik vraag me af of het nog onderweg is door Soedan en Egypte, of inmiddels al in de Middelandse zee is gespoeld.
Volgende keer schrijf ik over olifanten, rolstoelrappers, mijn rol als grote smurf en de kinderen van KSPH. Groeten uit Kampala en bekijk ook vooral de foto’s op http://ninaverbruggen.viewbook.com/album/uganda
--Martin
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley