De droge keel van de duivel
Door: Martin
Blijf op de hoogte en volg Martin
03 Mei 2009 | Paraguay, Encarnación
We hebben Brazilië inmiddels verlaten en bevinden ons nu in het zuiden van Paraguay, om morgen naar de volgende mega-stad op onze route te vertrekken: Buenos Aires. We hebben even in rustiger vaarwater gezeten, maar zijn São Paulo nog niet vergeten. De bazaar hier is ingeslapen vergeleken met de hustle en bustle van Rua XXV de Março, waar de Libanese bevolking van Sampa is neergestreken. Allerhande alles-verkopende winkeltjes in oude malls op elkaar gestapeld en kleine deuren die enorme speelgoedmagazijnen, tapijtwinkels en kantoorvakhandels verbergen. In het midden de centrale markthal, met prachtig glas-in-lood, fruitverkopers die graag met jou en hun mooiste tropische vrucht (Graviola of Abacaxi) op de foto willen en de lekkerste bacalhau pastei van de stad (en daarmee de wereld, aldus Paulistas). Heerlijk, zoveel moviemento! Blij dat we dat nog gezien hebben voordat Ani en Lucas (niet Lucas de danser, maar Lucas met heel veel haar die trots verkondigt dat hij op ‘Achmed the dead Terrorist’ lijkt) ons op de bus naar Florianopolis hebben gezet.
Tien uurtjes rijden, de hoogvlakte af en weer richting het strand. Nu kon het nog, in de nazomer. Straks zitten we te zuidelijk, komt de winter om de hoek en kunnen we eerder gaan snowboarden dan zwemmen en zonnebaden. Als voorproefje hebben we vanaf een grote duin wel ge-sandboard, naar beneden roetsjen door het stuifzand. Leuk om een keertje uit te proberen, maar sneeuw glijdt toch een stuk lekkerder, knarst ook minder en is over het algemeen voorzien van liften. Desalniettemin, de zon, zee en zand waarvoor we gekomen waren hebben we gekregen op Ilha sta. Catarina. De overstromingen waardoor de provincie vorig jaar het nieuws haalde, na 100 dagen non-stop regen, zijn inmiddels weer vergeten. We waren in het dorpje Campeche beland, een soort ‘wellness’ kolonie waarin iedereen wel een Yoga, Pilates, of meditatiestudio heeft. Aan het hoofd van onze CouchSurf familie stond een creatief therapeut en een antroposofisch arts en de pousada waar we daarna heen verhuisden was een antroposofisch cursuscentrum waar men zich over de kleurenleer van Goethe boog. Lekker op het strand liggen was het beste voor onze wellness. Zonder auto hadden we ook niet zo gek veel andere opties, want de bussen rond het eiland waren verwarrend en hielden er vroeg mee op. Ik ben ’s avonds nog wel met Thiago op stap geweest, ook psycholoog, als Braziliaan naar Europa vertrokken en onlangs als Italiaan teruggekeerd. Zo ontmoeten we hier regelmatig kersverse Europeanen, die op basis van de afkomst van een grootouder hun mogelijkheden willen vergroten. Ik kan ze geen ongelijk geven, hoewel Thiago nu maar wat blij was om weer thuis te zijn, omringd door prachtige stranden. En met een leuk uitgaansleven ook. Minder extravagant dan de gaydiscotheken die ik in Sampa had bezocht, geen drag-shows, noch wildvreemde mensen die je met hun mond een ijsblokje willen doorgeven, maar erg gezellig. Vooral op een afstudeerfeestje van filmwetenschap, waar iedereen gekostumeerd als filmpersonage verscheen, voelde ik me thuis. Behalve dat ik niets wist van een dresscode dan :( Gelukkig had ik mijn pulp fiction t-shirt aan :)
Volgende halte, een beetje backtrackend, Curitiba. Niet vanwege de grote toeristische trekpleisters, maar om een oude bekende op te zoeken. Ruim twee jaar geleden was Matthieu een van de eerste CouchSurfers die ik op de Dapperstraat ontving. Een rustige Franse jongen, met wie ik een biertje heb zitten drinken bij de Ponteneur en getrakteerd heb op een haring bij vishandel ‘Twee meiden’. (Goh, nou mis ik Amsterdam-Oost wel een beetje). Toevallig zag ik hem vermeld staan onder ‘nearby travellers’ in mijn contacten en heb ik hem gevraagd of dat niet een glitch van het systeem was en of hij echt in Brazilië was. En inderdaad, hij studeert hier voorlopig en heeft ons hartelijk ontvangen in Curitiba. Zijn huis was in verbouwing en daarom hebben we op onze campingmatjes en een geleend luchtbed in de woonkamer van een l’Auberge Espagnole achtig appartement gewoond. Nadat de spraakverwarring was opgelosd was het erg gezellig met de Fransman, Spaanse meisjes en Braziliaan (Thomas) die er woonden en de Jamaicaan en nog meer Fransen die er kind aan huis waren. Omdat voor bijna iedereen Portugees een tweede taal was spraken ze langzaam en was het voor ons goed te volgen. Curitiba ligt op ongeveer 900 m hoogte en voor het eerst deze reis hebben we onze fleece truien uit onze rugzak getrokken, want het was ’s nachts een graad of 15. KOUD! Gelukkig waren we onder begeleiding van Matteo en de Braziliaanse Debora elke keer snel binnen in een bar of discotheek, om op te warmen met honingcachaça of een dansje. Debora (24) is superspontaan en verhuist binnenkort naar Leuven (BE) met haar zoontje (6). Ze praat uitbundig (ze is oorspronkelijk carioca) en ik ben nu al enthousiast over hoe dat in het Vlaams zal klinken. Ik hoop haar en de kleine rakker Amsterdam te kunnen laten zien en dan te horen dat ’t goe gaat. Na alle verhalen over met de noorderzon vertrokken vaders en over grootmoeders die vijf kleinkinderen van verschillende moeders opvoeden terwijl die vierduizend kilometer verder in de horeca werken wil ik nu een happy end!
Een vertrek uit Curitiba betekent een vertrek uit de stad met de hoogste levensstandaarden in Brazilië. Symbool daarvoor zijn de bus-tubes. Een soort bovengronds metrostelsel van drie-deels harmonicabussen die stoppen naast futuristisch ogende buizen met toegangspoortjes die bemand zijn door een conducteur . Bij aankomst klappen er loopplanken van de bussen naar beneden en kunnen de Curitibanen vlot instappen. Ondanks dat het systeem niet te navigeren is voor buitenstaanders schijnt het hyperefficient te zijn en staan de bussen op elke ansichtkaart afgebeeld. Daarop ook het enige echte spektakelstuk van de stad, een museum gebouwd door Oscar Niemeyer (waar mijn vader inmiddels echt groupie van is). Een oog van donker glas op een felgele zuil die in het water staat. Je kan er naar binnen via een ondergrondse gang vanuit het zwevende hoofdgebouw, of via de door Niemeyer zo geliefde spiraalvormige loopbrug. Zijn werk is de betongeworden verwezelijking van de vooruitgang in Brazilië, vooruitgang die in het motto op de vlag ‘Ordem e Progresso’ wordt benadrukt. Groots en modern, dat wil Brazilië zijn. Maar het moet ook gezellig blijven en dit soort ruimteverslindende gebouwen lenen zich daar, hoewel indrukwekkend, wat mij betreft minder voor.
Als een van de weinige Braziliaanse steden heeft Curitiba ook een treinstation, de rodoferroviaria. Het heeft maar één spoorlijn, waarover elke dag de Serra Verde express heen en weer rijdt richting Morrentes. Dat dorpje is best plezant, maar niet bijzonder. De treinreis daarentegen is een genot. Hij rijdt nog voor de toeristen, want de bus die we op de heenweg namen was twee keer zo snel. Maar ruim honderd jaar geleden was het een essentiele verbinding tussen de haven en het achterland, de pijn en moeite van het bouwen van tientallen tunnels en bruggen dubbel en dwars waard. Het dieseltje tuft voort, je kan lekker met je hoofd uit het raam hangen en de bossen aan je voorbij zien trekken. Je beklimt de bergrug die een een groot deel van de Braziliaanse kust siert. Ziet in de verte de brug al waar de trein over een half uur zal rijden. De uitzichten de valleien in vanaf die bruggen zijn niets minder dan spectaculair, vooral met een lekker middagzonnetje. Je passeert kleine meertjes, vervallen huisjes uit de gloriedagen van het spoor en vooral heel veel wildernis. Hoe fijn kan reizen met de trein zijn? Jammer dat er zo weinig spoor ligt in Zuid-Amerika. Naar Foz do Iguaçu pakten we dus weer de bus, tien uurtjes westwaards.
Onze Braziliaanse gastheer in Curitiba, Thomas, kwam oorspronkelijk uit Foz. Thomas was net terug van omzwervingen in Europa, goed te zien aan zijn Euro-Hipster kledingstijl (met skinnyjeans en snorretje en retro baseballcap). Hij vond het zo bijzonder dat Wim en ik samen op reis waren (hij heeft zelf geen contact met zijn vader en vroeg of Wim hem niet kon adopteren) dat hij ons graag wilde helpen en zijn beste vriend in Foz had gevraagd om ons op te vangen. En zo werden we na een nacht in de bus door Phill opgehaald en meegenomen naar zijn huis, een collectie van huizen eigenlijk, waar elke dag meer familieleden bleken te wonen dan we dachten. Zijn moeder en haar vriend, zijn twee broers en hun vriendinnen en hun kinderen en dan nog een dozijn mensen die ik nog altijd niet zo goed kan plaatsen (de vriendin van de broer van de moeder van het eerste kind van Phill’s oudste broer). Er woonden ook een onbepaalde hoeveelheid honden en een nest jonge katjes (die enorm schattig waren, maar net van de straat gered en nog niet vlooivrij. Wim en alle andere hadden nergens last van, maar kennelijk ben ik licht allergisch want ik kreeg zweertjes en rode vlekken en een grote hoeveelheid jeuk). Nieren waren er minder overvloedig, want die van Phill werkten niet goed en dus heeft eerst zijn moeder er een aan hem afgestaan (nu afgestoten) en vervolgens zijn broer. Die laatste zit gelukkig al drie jaar op zijn plaats, want de reservenieren in de familie beginnen op te raken. Aangezien geen van allen Engels sprak hebben we goed ons Portugees kunnen oefenen, bijvoorbeeld door ‘de grote donorshow’ uit te leggen. Elke dag had moeder ontbijt en avondeten voor ons (tijdens de lunch hingen we de toerist uit). Tussen de boterhammen met honing door hadden we het over politiek en na de rijst met bonen vertelde zij over haar dochter in Paraguay en wij over winter in Nederland.
Foz is gelegen aan de rivieren Parana en Iguaçu en de regio vormt één van de grootste zoetwaterreservoirs ter wereld. De Brazilianen en Paraguayanen hebben de Parana inmiddels getemd, door middel van Itaipu, in energieproductie de grootste hydroelectrische dam ter wereld. We hebben het bakbeest ’s nachts verlicht gezien en hoewel het niet de eenvoudige schoonheid heeft van de Hooverdam (een groot gekromd vlak) is het zeker indrukwekkend. Vooral als je de technische tour doet en je ook op en in de dam begeeft. Met een bouwvakkershelm op mag je even tegen de doorvoerbuizen aanleunen en bij de turbines kijken (herrie!). De schaal is grandioos groot en doet denken aan de setting van een James Bond film, vooral ook de controlekamer waar je ergens een rode knop verwacht te vinden om een raket af te vuren. Natuurlijk is het voor een groot deel propaganda, de dam is (net als de deltawerken) een wereldwonder van de civiele techniek. Hij wekt 90% van de stroombehoefte van Paraguay op en 20% van die van Brazilië en wellicht ten overvloede, dit is een erg groot land. Daar moest wel een stukje van onder water gezet worden om dit te bereiken. Het stuwmeer is bijna 200 km lang en 7 km breed. Daar woonden eerst 40.000 mensen. Wim merkte op dat het hier precies andersom is dan thuis. Hij woont op een plek waar hij vroeger met de boot overheen ging. Hier gaan mensen met de boot over de plek waar ze vroeger woonden. Ook de Sete Quedas, een gigantische set watervallen is door de dam gesneuveld. Gelukkig laat de rivier Iguaçu nog wel zijn macht zien, in de vorm van de cataratas.
Doorgaans, tenminste. Het heeft stroomopwaarts al dik twee maanden niet meer geregend, het watervolume is eenderde van normaal en grote stukken van de watervallen liggen droog. Niet zo indrukwekkend als de Niagara, merkte Wim op, tot hij de hoek om keek en daar de garganta del diablo zag. Een blik in de keel van de duivel, een woest kolkende watermassa die 90 meter naar beneden kletterde. Vooral van de Argentijnse zijde, als je op een platformpje een meter van de afgrond zit is het een hypnotiserend iets. Het bulderende geluid, het opstijgende water, de volronde regenboog, ik kan er uren naar kijken. De omgeving was ook prachtig. Heel veel vogels, en nog meer vlinders, die zich gretig door Wim lieten fotograferen. (Als er nog geen camera’s bestonden had hij er met een schepnetje achteraan gezeten, vermoed ik zo). Blauw, paars, geel, groen, ze kwamen op je vingers en je schouders en als favoriete plekje de lens van Wim’s camera. Ook niet bepaald schuw waren de Coaxi, de neusbeertjes die de mascotte zijn van het park. Heel uitnodigend om op te pakken en lekker mee te knuffelen, hoewel ze vooral geinteresseerd zijn in eetbaarheden. En alsof dat nog geen wildlife genoeg was stonden we in het vogelpark daarnaast oog in oog met toekans, lepelaars, papegaaien en nog veel meer andere vogels. Je kon de kooien binnenlopen en ze waren zo gewend aan bezoek dat ze rustig naast je gingen zitten. In de vlindertuin daar hadden ze ook kolibries en dus konden we ze eindelijk op ons gemak bekijken, zonder dat ze in een oogwenk weer weg waren. Hun vleugeltjes bewegen tientallenkeren per seconde, en als ze langs je hoofd scheren zoemen ze, ze heten niet voor niets ook hummingbird. Aan het einde van ons bezoek heeft Wim ook nog een papegaai op zijn hoofd gehad en ikzelf een slang om mijn nek, leuke plaatjes.
Foz ligt op het drielandenpunt van Brazilië, Paraguay en Argentinië. De vriendschapsbrug richting Paraguay brengt je naar een stoffige stad, die volledig uit electronicazaken lijkt te bestaan. In plaats van een stopover in de hoofdstad, kozen we ervoor om van het land te proeven in Encarnacion, formaat Hilversum. Paraguay voor mij in beelden: de politieagent die matté staat te lurken (een soort kruidenthee, die je uit een bekertje met een metalen ‘rietje’ zuigt), twee jonge ouders op de brommer met hun kind er tussen, jongeren in Amerikaanse pickuptrucks die Paraguayaanse popmuziek door hun soundsystem blazen terwijl ze door de hoofdstraat cruisen, drie jongens onder een kartonnen doos. We vierden hier koninginnedag met een biertje en onze oranje t-shirts aan. Het was net of alle vlaggen uit hingen voor de koningin, want de Paraguayaanse vlag is ook rood wit blauw.Met een logo-tje, maar dat wordt vaak weggelaten. Van het drama in Apeldoorn hoorden we pas zondag, want we waren internetloos.
De regio hier heet ‘Missiones’, naar de 30 missies die de Jezuieten hier in de 17e eeuw gesticht hebben. Ze kwamen de Guarani-indianen bekeren, maar deden dat op een voor die tijd te progressieve manier, ze behandelden hen als mensen. (Onze informatiebron is een film uit 1986 met Robert de Niro, opgenomen bij de watervallen in volle glorie). Door kerkelijke en politieke spanningen zijn ze Zuid-Amerika uitgezet, maar de ruïnes van de missies zijn er nog en die bij trinidad staat op de UNESCO werelderfgoedlijst. Meestal betekent dat drommen bezoekers, uitgebreide plaquettes met omschrijvingen, het plaatselijke equivalent van kamelen/toeristentram/olifantentours en een verplicht bezoek aan de giftshop voor je het geheel kan verlaten. Hier liep je over een stoffige landweg heen en waren we twee van de drie bezoekers. De rode stenen vertelden in stilte het verhaal van hoe de Indianen ‘opgevoed’ en vervolgens aan hun lot over gelaten werden. Inmiddels zijn ze vermengd met de Europese en later Aziatische immigranten, maar hun taal is nog springlevend. En voor ons niet te verstaan, hoewel er in het Spaans geschreven wordt met soms een woordje Guarani er doorheen. Achterin een pickuptruck over een lange, uitgestorven weg van secuur gelegde platte steentjes, bereikten we de missie van Jésus. Een ingeslapen dorpje waar de siësta het grootste deel van de dag lijkt te beslaan en iedereen je enorm geinteresseerd toezwaait als je langsloopt. Leuk om even van het plattelandsleven te proeven in het heftig geurbaniseerde Zuid-Amerika, meer dan tweederde van de bevolking woont inmiddels in de stad.
Paraguay is na Bolivia het armste land van Zuid-Amerika, en het meest corrupte dat niet onder de sahara ligt. De guarani is niet alleen weinig waard, het is ook het geld van de slechtste kwaliteit dat ik ooit heb gezien. Na een jaar circulatie ziet het er al uit als oud-egyptisch papyrus dat met drie stukken tape aan elkaar zit geplakt. Daarom wordt er hier ook veel in de van oudsher waardevastere dollar afgerekend en komen die zelfs uit de geldautomaat. Die konden er ook nog wel bij, naast de pesos, reals, ponden en euro’s die we ook op zak hebben. Als ik een leren tas had gehad (ik heb mijn ptt tas thuis gelaten) kon ik met de andere mannetjes rond het busstation in de geldwisselbusiness gaan werken. Vraag je een politieagent naar ‘cambio’ dan sturen ze je niet naar een kantoortje, maar wijzen ze naar een kerel zonder tanden. Zo werkt het hier. We hebben onze laastste twintigduizend niet gewisseld, maar in gedrudende een half uur in het casino vergokt. Toen werden de gokverslaafde Argentijnen die vlug als een beijaflor drie spelletjes tegelijk speelden ons te veel. Drie Euro armer verlieten we het etablissement.
We hebben net, wachtend op de bus, nog even met mijn moeder gesproken. We missen haar wel, Wim heeft haar de afgelopen 30 jaar niet meer zo lang niet gezien, maar gelukkig is er skype. Zij zit ook niet stil, pas net terug van zes weken op Bonaire heeft ze alweer een nieuw reisplan. Vrijdag vertrekt ze naar San Sebastian, om vanaf daar in een maand naar Santiago de Compostela te lopen. Wellicht horen jullie via dit weblog iets van haar vorderingen. Zo zijn we alle drie weer op pad, Marian op haar eigen tempo en Wim en ik op mijn tempo. Dat wil zeggen, iets meer ’s nachts dan hij gewend is, maar het heeft hem er niet van belet om voor het eerst sinds tijden weer een dik boek uit te lezen. Rustmomenten genoeg. Nu op naar Buenos Aires, een stad van de nacht.
Besos,
Martin & Wim
PS. Nieuwe link voor foto’s en video’s die anderen van ons gemaakt hebben http://flickr.com/gp/the_mage/von698
De foto’s die op dit blog online staan zijn een selectie uit http://www.flickr.com/photos/wimgevonden/collections/72157615106699810/
-
05 Mei 2009 - 07:08
Tjitske:
Vet! Iguazu! Ik wist niet dat je daar was! (Dat zeg waarschijnlijk heel veel, *schaam*)
En dan Buenos Aires! Woeha! Kwam er via hyves achter dat je daar zit! Hoe lang blijf je daar nog?
Veel plezier!!!
x Tjitske -
05 Mei 2009 - 17:56
Ardine:
Hallo Wim (en Martin),
wat een reislustige familie! Ik geef jullie geen ongelijk. Helaas hebben wij nu wel een bassentekort bij onze komende concerten, maar dat is ons probleem.
Geniet nog maar lekker!
Groet,
Ardine -
05 Mei 2009 - 19:50
Herman Bokdam:
Tjonge, jullie beleven wat onderweg. Past helemaal bij Wims avontuurlijkheid. Louis Lindner ondertussen op 1 mei ge emigreerd naar de Filippijnen. Jullie doorkruisen heel Zuid Amerika? -
06 Mei 2009 - 08:15
Joost J:
wauw martin tegek!
Check voor buenos aires de travel agency op www.mediamatic.net, een van de plekken is BA, waar een jongen zit die je wegwijs kan maken in de cultural underground daar.
Take care! Enjoy! -
12 Mei 2009 - 18:32
Janine:
Ha Martin,
Jullie avonturen zijn om jaloers op te worden!
Maar gelukkig hebben wij (in NL) de verhalen nog.
Buen viaje y hasta pronto!(volgens mij zijn jullie nu weer in een spaanstalig land, vandaar)
grxxtjes, Janine
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley