Vallen en opstaan aan de voet van de Andes
Door: Martin
Blijf op de hoogte en volg Martin
08 Juni 2009 | Argentinië, Uspallata
Het waren bewogen weken, er is gebeefd, gevallen en gebroken, maar we zijn nog steeds blij onderweg! We hebben ruim een week in Mendoza doorgebracht, een stad in het Westen van Argentinië aan de voet van de Andes. Op een heldere dag zie je de top van Acongagua aan de horizon, bijna 7000 meter hoog en beroemd vanwege het Uruguayaanse rugbyteam dat op haar flanken neerstortte en zich via kannibalisme in leven hield. Daarachter ligt de centrale vallei van Chili, met onze volgende bestemming: Santiago.
Deze regio ligt in aardbevingsgebied. Mendoza is honderdvijftigjaar geleden door een zware schok getroffen en bijna volledig in puin gelegd. Het stratenplan dat voor de herbouw op tafel kwam voorzag in meer van dit soort klappen en heeft extra brede straten en grote centrale pleinen waar mensen heen kunnen vluchten. Deze opzet biedt ruimte aan lange rijen platanen die het geheel een oase op dit woestijnachtige plateau maken. Het geheel heeft een prettige aanblik, zeker wanneer de platanen in de herfst bruin kleuren en er her en der nog een palmboom groen tegen afsteekt. Om de bomen in leven te houden zijn er aan weerszijden van elke straat, tussen stoep en rijbaan, irrigatiekanalen aangelegd die water uit de bergen aanvoeren. Ingenieus bedacht, maar je moet vooral in het donker goed opletten dat je er niet inkukelt. Als het er echt op aankomt het huis te ontvluchten vanwege een aardschok zou het wel prettig zijn als er roosters overheen komen te liggen, anders eindigt de route naar de veilige haven in de slotgracht. We dachten dat dit slechts theoretische mogelijkheden waren en dat er al in geen honderd jaar iets aan de hand was geweest. Wim was dan ook erg verbaasd toen hij uit een verlengd middagdutje ontwaakte en de plafondlamp boven zich heen en weer zag zwaaien. Terwijl ons bed op zijn grondvesten schudde probeerde Wim mij wakker te krijgen. In mijn slaapdronken toestand voelde ik de trillingen, maar was er niet voldoende van onder de indruk om in actie te komen. Bulderende geluiden van onder de aardkorst, scheurende muren en vallende objecten bleven uit en na een kleine minuut, voor je het fenomeen definitief geclassificeerd had als AARDBEVING, was het voorbij. We dachten even dat we het ons misschien ingebeeld hadden, maar andere Mendocito’s hadden het ook gevoeld. Het schijnt hier tectonisch nog steeds niet helemaal snor te zitten. Een schokje zoals dit is zo normaal dat het de lokale krant niet eens haalt, voor ons was het echter een hele ervaring.
Mendoza is wijngebied. Zeventig procent van de Argentijnse wijn komt uit de bodega’s rond deze stad. Een van de toeristische trekpleisters is het bezoeken van deze wijnboeren en hun Malbecs, Syrahs, ‘grand prestiges’ en ‘special reserves’ te gaan proeven. Ik heb al heel wat bierbrouwerijen bezocht in mijn leven, maar van wijn wisten Wim en ik nog heel weinig. Op een fiets gehuurd van mister Hugo, ex-vrachtwagenchauffeur, pas vier jaar in de business en vanwege zijn vriendelijkheid en vrijgevigheid al bekend onder backpackers van Uruguay tot Peru, zijn we tussen de wijnranken doorgereden. Heerlijk in de zon, besneeuwde toppen op de achtergrond en wind in de haren. Wat is fietsen toch fijn! Grote wijnfabrieken, wiens flessen in de schappen van Albert Heijn terug te vinden zijn, en kleine boertjes die 30.000 liter per jaar produceren. Overal leerden we dingetjes bij. Dat je witte wijn van rode druiven kan maken. Dat Mal-bec in Frankrijk wijnen opleverde die slecht in de mond lagen, maar het op Argentijnse bodem heel goed doet. Dat vaten van Frans en Amerikaans eikenhout na er sjieke wijnen op te laten rijpen omgebouwd worden tot meubilair. En dat Boliviaanse en Peruaanse seizoensarbeiders de Polen van Zuid-Amerika zijn. Natuurlijk proefden we ook bij elke bodega twee of drie glaasjes, waarbij we het uitspuugemmertje achterwege lieten.
We reden ongeveer een kilometer over vrije fietspaden voor we op de provinciale weg terecht kwamen. Het was niet druk, maar er scheurde toch regelmatig een auto of vrachtwagen langs. Ik reed voorop en zag na het optrekken bij een stoplicht een groep tegenliggende fietsers, Amerikanen die al rode tongen en tanden hadden van het vele proeven, zich ineens wild schrikken. Toen ik omkeek lag mijn vader op het beton. Een grote truck stond direct achter hem. Allerlei rampscenario’s schoten door mijn hoofd. Toen ik terug snelde krabbelde Wim gelukkig overeind en gaf het teken dat alles in orde was. Wat een opluchting. De vrachtwagen had hem niet geraakt, de chauffeur gaf hem al ruimte om vanuit de smalle berm het wegdek op te rijden, maar de betonrand was te hoog geweest en hij had een smakkerd gemaakt. Een beetje een zere arm, dat was alles. Een politieagent die het gebeuren had gade geslagen kwam even polshoogte nemen. De rest van de dag heeft hij ons op een brommertje van bodega naar bodega geëscorteerd, uit bezorgdheid om het welzijn van Wim. Die had overigens, onlangs zijn relatief lage tolerantie voor alcohol, nog niet te diep in het glaasje gekeken. De eerstvolgende wijnboer was een familiebedrijfje, al bijna handerdvijftig jaar oud en met de originele bakstenen wijntanks nog op hun plek, die je van binnenuit kon bezichtigen. Toen Wim daar zijn tas open deed om een foto te nemen van een bijzonder mooi veld met Cabarnet Sauvignon raakte hij plotseling in shock. Wat een half uur eerder nog een digitale spiegelreflexcamera was geweest, was nu een in tweeën gebroken stuk electronica. Voorlopig, tot we via de verzekering een vervangend exemplaar hebben geregeld, zullen jullie het dus met een lagere kwaliteit foto’s moeten doen (genomen met mijn cameratje, waarvan de display niet meer functioneert). Wim was de teleurstelling trouwens vrij snel te boven en we zijn zelfs nog een tweede dag gaan fietsen.
Vanuit het nabijgelegen San Juan hebben we een bezoek gebracht aan het pelgrimsoord voor Diffunta Correa. In Argentinië staan langs de wegen regelmatig kleine kapelletjes, op vogelhuisformaat, die gewijd zijn aan niet erkende heiligen. Gaucho Gil, een soort besnorde cowboy, is hier wijdscheeps vereerde cultheld, maar hij kan niet tippen aan de populariteit van Diffuntita. Deze dame is tijdens de Argentijnse burgeroorlog op zoek gegaan naar haar gewond geraakte man. Dagenlang heeft ze door de woestijn gesjokt, tot ze niet ver van San Juan bezweek. Toen haar levenloze lichaam werd aangetroffen was ze nog altijd beeldschoon. Haar kindje lag vredig en kerngezond aan zijn moeders borst te sabbelen. Een wonder! Inmiddels is ze een beschermheilige voor vrachtwagenchauffeurs, helpt ze vrouwen aan de man en huurders aan hun droomhuis. Op de plek van haar dood zijn ongeveer vijftien kapelletjes verrezen, waar pelgrims haar even door haar lange haren komen strijken, haar kindje een aai over de bol geven en een flesje water achter laten om haar dorst te lessen. Op het moment dat hun gebeden aan haar verhoord zijn laten ze ook een specifieker bedankje achter. Overal hangen nummerplaten van vrachtauto’s. Het landschap is volgebouwd met modellen van huizen die elders in Argentinië verrezen zijn. Er is een kapelletje vol met sportprijzen. Een met uniformen van militairen die oorlogen hebben overleefd. En, volgens ons de mooiste, een kapelletje vol met de bruidsjurken van vrouwen die nooit getrouwd waren als Diffunta Correa ze geen man geschonken had. We zijn helemaal fan en hebben allerlei prullaria aangeschaft, waaronder voor mijn rugzak een lint waarop staat “Diffunta, bescherm onze reis” en voor Wim een met het opschrift: “bedankt voor het beschermen van mijn Toyota”.
Ik schrijf dit verhaal bij het wachten op de Chileense douane, in een soort niemandsland in de hoge andes, de bergketen die heel de pacifische kust van de rest van het continent scheidt. We zijn gisteren een klein stukje richting Aconcagua getrokken, de hoogste berg buiten de Himalaya, en liepen door een droog landschap van mooie bruin en groentinten een grillige randen. Vanuit Mendoza tot aan de grens loopt de oude transandes spoorlijn langs de nieuwe weg. Een prachtig stukje industrieel erfgoed dat van 1912 tot 1978 deze machtige bergketen doorkruiste. We hebben een paar kilometer over de rails gewandeld en ons ingebeeld dat we deze tocht in een stoomtreintje hadden gemaakt. Elke honderd meter ging de rails door een soort tunnel van hout en golfplaten, waar de trein vroeger kon ‘schuilen’als het te hard sneeuwde. Echt heel gaaf! Helaas zien we net aan de Chileense kant van de berg dat het spoor hier al deels opgedoekt is. Een terugkeer van de transandes spoorlijn zit er dus waarschijnlijk niet meer in.
Santiago trekt ons niet bijzonder, maar over vier dagen hebben we er de babyshower van een vriendin uit mijns studietijd uit New York. We verwachten ons vrij rap naar het noorden te begeven, want op 9 juli treffen we mijn psychologie bestuursgenootje Malou in Lima, Peru en dat is nog best een end rijden. Mijn moeder is gelukkig inmmiddels weer een beetje op de been, Wim heeft de afgelopen dagen minder last gehad van zijn arm en ik voel me tip-top met al die frisse berglucht. Op naar de volgende avonturen!
Heel veel groeten,
Martin & Wim
-
14 Juni 2009 - 20:14
Ardine:
Veel plezier verder, maar doe een beetje voorzichtig Wim, we kunnen geen bas missen!
Groet,
Ardine -
15 Juni 2009 - 09:34
Antoinette:
Wat een verhaal weer.
Er reist vast een engeltje met jullie mee.
groeten Antoinette -
15 Juni 2009 - 16:27
Ellen:
Ik ben verslingerd aan jullie verhalen. Ere aan Diffuntita. Veel plezier daar! -
16 Juni 2009 - 18:28
Erik:
me no puedo escapar al sentido que ustedes tiene un viage muy diverso. Disfrutala, un buen rolo y mucho suerte. Hasta luego -
20 Juni 2009 - 13:12
Anna:
heerlijk, heerlijk. dat die linten nog lang hun dienst zullen bewijzen! ;) lfs, anna
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley