Brazilaanse Binnenlanden
Door: Martin
Blijf op de hoogte en volg Martin
14 Oktober 2009 | Brazilië, Rio de Janeiro
Foto’s bij dit verhaal vind je hier: http://www.flickr.com/photos/the_mage/sets/72157622455416203/
Het stukje is op 21 september geschreven, ik plaats het nu pas, terwijl ik stiekem allang met Kim in de staat Bahia ben. Meer leesvoer volgt!
Ik ben weer in Rio en heb net de krant gelezen (waarin zowaar de uitslagen van Nederlands voetbal, Ajax 4-0 is een goed begin van de week) met koffie en een broodje. Een ochtend zoals in de eerste weken van deze reis, maar dan zonder mijn vader. Ook de andere bewoners van het bovenhuis zijn gewisseld, in plaats van Flavio zit er nu een jonge filosofiestudent die met mij als gids het nachtleven van Rio ontdekt. De oude Carlos is onlangs zo ziek geworden van het roken en de drank dat hij een tijd in een kliniek heeft doorgebracht en nu niet meer welkom is bij Dona Gui. Daar komt een veel leuker iemand voor in de plaats. Vandaag betrekt Kim tijdelijk dit huis, als vierde van ons VSPA bestuur en mijn derde reisgenoot. Ik verheug me er op om haar straks uit de douane te zien komen. Alleen reizen is leuk en buitengewoon goed voor mijn Portugees, maar samen reizen is leuker! Naar het noordoosten gaan we, maar eerst een paar dagen in ‘a cidade maravilhosa’. Dat wordt ‘show de bola’, niet alleen een uitdrukking voor vier doelpunten van Suarez, maar toepasbaar op al wat tof is.
In São Paulo heb ik het rustig aangedaan. Veel door de parken gewandeld, cultuur opgesnoven in de vele musea en een uitstapje gemaakt naar het strand. Omdat Aniella in de Verenigde Staten zat kreeg ik een stuk meer slaap dan de vorige keer, hoewel ik nog een paar keer met haar moeder ben uitgeweest. Een van die avonden troffen we een van haar vriendinnen in een wijnbar, om veel te zoete Brazilaanse rode wijn te drinken. Haar kruidentheetherapeut, die haar drie keer daags een ander brouwsel voorschrijft, kwam ook. Ik verwachtte een Jomanda-achtige mevrouw, maar het was een oude Portugees die op zijn Harley aankwam. Leren jack, kortgeschoren kop en borstelsnor, met welke hij al snel de vriendin van Esperança probeerde te kriebelen. Een vreemd tafereel van giechelende vijftigers volgde, waarin de Portugees opschepte over zijn viriliteit. Hij had tenslotte 14 kinderen, waarvan hij er 3 in het zelfde jaar op verschillende continenten verwekt had. En hij kon er best nog eentje bijmaken, zei hij. Vervolgens vroeg hij haar mee naar een motel, een fascinerend Braziliaans verschijnsel. Omdat veel mensen thuis te weinig privacy hebben vanwege hun ouders of echtgenoot staat het land vol met liefdesmotels waar je kamers per uur kan huren. De meeste van deze etablissementen zijn weinig subtiel, extreem kitsch decor en een neon bord met de naam “Pegasus”, “Amor”, of “Love Time”. Schijnbaar zijn de meeste kamers uitgerust met spiegels op het plafond en staan er niet alleen drankjes maar ook seksspeeltjes in de minibar. Voor minnaars die geld willen sparen zijn er de zogenaamde ‘drive-ins’, ommuurde parkeerplaatsen waar je een gordijntje voor kan schuiven, soms midden in de stad. Op de motor is dat een minder aantrekkelijke optie. Ze stonden op, wankelden en dansten, midden in de bar en zonder muziek. Uiteindelijk ging de theetherapeut, na een glas water met suiker ‘om de politie te slim af te zijn’, toch in zijn eentje weg. Vast om nog ergens anders een poging te ondernemen zijn vijftiende te verwekken terwijl wij Esperança’s beschonken vriendin thuisbrachten. Het was een eigenaardig uurtje.
Vanuit Sampa reisde ik af naar Minas, een grotendeels landelijke staat die ooit het wilde westen van Brazilië was, met goudkoorts en al. Ik couchsurfde er bij Jonas de tandarts in São João del Rei, een van de koloniale stadjes waar de regio om bekend staat. Aangezien zijn ouders en vriendin geen Engels spraken ging mijn Portugees er aan de lunchtafel met sprongen op vooruit. Inmiddels heb ik heel wat hobbelige straatjes met witte huisjes gezien, maar het blijft leuk om in dat soort dorpjes rond te dwalen. Een hond die uit een gekleurd raamkozijn kijkt, oude mannetjes die een biertje drinken op de stoep van de kerk, een huwelijk waar het halve dorp voor opgetut is, je komt telkens weer wat tegen. Goed voor de kuiten ook, want in tegenstelling tot Paraty liggen de dorpjes in Minas allemaal heuvelop. Vanuit São João vertrekt een stoomtreintje dat in de volksmond liefkozend ‘Maria-Fumaça’, Rokende-Marietje, wordt genoemd. Het tuft in een half uurtje naar Tiradentes, met lekker veel gesis en gefluit. Dat stadje is vernoemd naar de nationale held ‘tandentrekker’, die vanwege zijn republikeinse sympathieën door de Portugezen in mootjes is gehakt. De kerken zijn er fraai en volgens mijn reisgids vallen er mooie wandelingen te maken in de omgeving. Ik was er echter op een regenachtige dag en maakte slechts een klein tochtje door het bos. Daar was niet zoveel te zien en op de terugweg zette ik er, met een barbecue in het vooruitzicht, de pas in. Bij het inhalen van een andere wandelaar ging het mis, mijn in Chili gekochte camera sneuvelde tussen mijn dijbeen en een uitstekende steen. Dat wil zeggen, de display lag aan gruzelementen. Door te richten en klikken heb ik de afgelopen weken nog wel foto’s kunnen maken. Gelukkig maar, want ik heb onderweg nog mooie dingen gezien. Bijvoorbeeld het werk van beeldhouwer Alejadinho, ‘kleine kreupele’, die door lepra of syfilis zijn vingers en tenen kwijt is geraakt. Met hamer en beitel aan zijn handen gebonden heeft hij nog wel geniale beelden gemaakt, waaronder een groep profeten die heel dramatisch voor een kerk in Congonhas staan. Niet vaak weet religieuze kunst me zo warm te krijgen, misschien ook omdat je er vaak met je hoofd in je nek in een donkere kerk naar staat te kijken. In dit geval kon je tegelijk van de ondergaande zon genieten.
In de hoofdstad van Minas, Belo Horizonte, raakte ik in de war door het keurige blokken patroon van de straten waar een ander stratenstelsel diagonaal overheen was gelegd. Je krijgt dan stervormige kruisingen die me altijd het bos in sturen. Als je dan bij de markt uitkomt is het niet zo erg, die is in BH erg leuk om door te dwalen. Iets verder buiten het centrum staan ook een aantal van de eerste gebouwen van Oscar Niemeyer, waaronder een blauw golvende kerk die beschilderd is door Portinari. Ook daar krijgt reli-kunst een prettige draai. Je kan in Brazilië best kerkenmoe worden, maar er zijn er ook een hoop in interessante afwijkende vormen. Mijn volgende stop was de nationale hoofdstad Brasília waar ik er nog eens twee bezocht, de wigwamvormige Catedral Metropolitana en het Santuário Dom Bosco, waar je je door het blauwe glas in lood in hogere sferen waant.
Brasília ligt in het midden van het land, wat betekent dat het ver weg is vanaf alle andere plaatsen van betekenis. De stad is net als mijn heimat Almere een geplande. Eind jaren vijftig werd hij uit de grond gestampt om Rio als machtscentrum te vervangen. Het resultaat is zonder meer indrukwekkend, de schaal van de gebouwen en het ‘plano piloto’, de layout die er op een kaart uitziet als een vliegtuig, past bij de grootsheid en moderniteit die Brazilië wil uitstralen. Gelukkig had ik een gids in deze utopolis. Rodrigo, van wie ik in een karaokebar in Sampa de dança de garafa (flessendans) heb geleerd, kon me met de auto het een en ander laten zien. We reden over heel veel brede straten, langs de hotelsector, de autodealersector, de ambassadesector en het parlement. Alles is gegroepeerd. De straten hebben geen namen, er is een adressensysteem gebaseerd op kwadrantcoördinaten dat er uitziet als SQS 704, bl Q, cs 29. Uit die code kan je door te tellen vanaf het centrum van het assenstelsel precies afleiden waar het gebouw wat je zoekt zich bevindt. Machtig interessant allemaal, maar veel te verwarrend, statisch, klinisch, voor een mens als ik. Blij was ik dan ook toen Rodrigo er wel oren naar had om naar het in buurstaat Goias gelegen park Chapada dos Veadeiros af te reizen. Zijn vader João ging ook mee, kennelijk bezorgd dat we het niet zouden kunnen vinden hoewel hij er zelf ook nog nooit geweest was.
We zijn maar twee dagen weggeweest, maar het werd een erg leuke trip. Het park, waar vroeger kristal gewonnen werd, is een goed gepreserveerd stuk cerrado. Dat is een droog ecosysteem met een enorme plantendiversiteit. Het is allemaal lage begroeiing, savanne-achtig, en een groot deel komt alleen in dit deel van Brazilië voor. Gekke palmpjes met dikke stammen en dunne bladeren, de chuveiro (douche) die iets weg heeft van een enorme uitgebloeide maar niet zo pluizige paardebloem en bomen met allerlei spannende vruchten waar je nog spannendere ijsjes van kan maken. Probeer eens cajamango of cupuaçu! We maakten onze trek op een warme dag en klauterden door kloven om prachtig gelegen zwemvijvers te bereiken. Daar kon je lekker onder de waterval gaan zitten en je door de rivier laten masseren, of van een grote steen de diepte inspringen. De grootste lol hadden we toen we met ons wandelgroepje zaten te ouwehoeren en de gelijkenis zagen tussen de zonnebadende toeristen op de rots tegenover ons en een kolonie zeeleeuwen. We overnachtten in een stoffig dorpje met slechts twee straten en bezochten voor de rit huiswaarts nog de vale da lua. Ik weet niet hoeveel maanvalleien ik in mijn leven al gezien heb, in Chili in ieder geval ook al een. Mensen zien overal de maan op aarde, elk landschap dat buitenaards lijkt heeft de kans dat predikaat te krijgen. In dit geval is het uitstekende reclame voor maantoerisme, want hoe het water de rotsen daar heeft uitgesleten is echt heel gaaf. Het zou als sculptuur in een moderne kunst museum niet misstaan. Combineer dat met groene valleiwanden en goede plekjes om te zwemmen en je hebt een hit. Helaas zijn er op de echte maan geen bomen en stromend water, maar Chapada dos Veadeiros is zelfs vanuit Nederland dichter bij, ik kan het van harte aanbevelen.
Na een verjaardagsfeestje van een andere karaokevriendin, die we een big mac met kaarsjes als verjaardagstaart gaven, vertrok ik met de bus richting Rio. In een bijzonder stressvol moment reed de bus toen ik mijn koffie nog stond af te rekenen weg van een tussenstop. Bijna was ik zonder bagage achtergelaten in het midden van landelijk Minas Gerais. Ik zette de achtervolging te voet in, maar mijn handbagage stond nog een beetje open en ik liet een spoor van boeken, laptops en mp3 spelers achter (die het gelukkig allemaal nog doen). Pas toen de bus bijna de snelweg opdraaide hadden mijn medepassagiers de buschauffeur gewaarschuwd dat hij rechtsomkeert moest maken en kon ik alsnog mee. Het meisje van de kassa kwam me zelfs nog mijn wisselgeld brengen. De busreis rook gedeeltelijk naar poep omdat een minderjarige passagier een ongelukje had gehad, en gedeeltelijk naar heel veel schoonmaakmiddel. Uiteindelijk was ik heel blij om weer bij Dona Gui aan te kloppen.
Uitrusten van de reis was er niet bij, de laatste dagen ben ik vooral heel veel uit gegaan. Ik kwam Kamille, een vriendin die bij de krant werkt, al de eerste dag op straat tegen. Het blijft wonderlijk, in zo’n miljoenenstad. Ze nam me mee op perskaartjes naar het concert van Lily Allen en daarna doken we via de gastenlijst een hippe discotheek in. Altijd handig, connecties :) Ook heb ik me inmiddels voor het eerst in een favela gewaagd, een van de arme ‘sloppen’wijken van Rio, om een baile funk te bezoeken. In het kort een dansfeest met heel veel bas en heel veel billen. De favela waar het in plaatsvond was niet rommeliger of dreigender dan het centrum van een stad in Bolivia. Ik heb verder ook geen wapens en drugsdealers gezien en was eigenlijk nogal gedesillusioneerd toen het om 4 uur ’s nachts al afgelopen was. Bepaald niet zo spannend als de feestjes die je in de Braziliaanse bendefilms kan zien, maar wel leuk om een indruk te krijgen hoewel het waarschijnlijk ook lichte gehoorsbeschadiging oplevert.
Beijos vanuit a cidade maravilhosa,
--Martin
-
13 Oktober 2009 - 22:54
Wim En Marian:
Marian en ik hebben van je verhaal genoten en hopen er binnenkort weer midden in te zitten. Tot gauw.
Marian en Wim
-
14 Oktober 2009 - 07:55
Nick:
Mooi! Knuv -
14 Oktober 2009 - 09:07
Maarten Willem:
Keep 'm coming! -
14 Oktober 2009 - 11:32
Els:
Hoe doe je dat toch, in een ver stikvreemd land allemaal vrienden tegenkomen, alsof je gewoon in Nederland bent?? Wanneer ga je je boek uitbrengen?
Groeten uit Lelystad -
15 Oktober 2009 - 18:45
Herman Bokdam:
Je vader ontmoet op de reunie in Hulst op 4 oktober. Als het een beetje meezit, dan gaat hij zo weer naar je terug, hoorde ik.
Puik reisverslag en je maakt nogal wat mee net zoals je vader veel meemaakt. -
22 Oktober 2009 - 22:27
Anna Meijer:
Tussen het leren door geniet ik mee van al je avonturen ;)
en Bahia! Mijn favoriet!
Heel veel geniet plezier daar
x A. -
27 Oktober 2009 - 01:33
Milena Fortuna:
Martin, querido!
O Brasil fica mais bonito com a sua presença =}
Adoro você. -
13 November 2009 - 09:56
Jolanda Van Nes:
Hey Martin, Laat me weten wat je plannen zijn. Lijkt me leuk om elkaar te meeten mocht je in de buurt zijn!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley